De opmaat naar Stichting VNB
Dinsdag 27 september 1994 staat in de boeken als de oprichtingsdatum van Stichting VNB. De start van de cao-bewaker in de sector Transport en Logistiek kende een lange aanloop.
Ger Ros
De behoefte aan controle op en afdwinging van cao-naleving bij bedrijven in het beroepsgoederenvervoer groeide sterk in de tweede helft van de jaren 70 van de vorige eeuw. De Nederlandse vervoersmarkt kreeg steeds meer te maken met buitenlandse concurrentie uit lagelonenlanden op basis van arbeidsvoorwaarden. De liberalisering van de Europese markt bracht allerlei schijnconstructies met zich mee. Dit alles zorgde voor een toenemende onrust onder Nederlandse vrachtwagenchauffeurs.
De roep om een correcte naleving van de cao in het beroepsgoederenvervoer was niet meer te smoren. De roep klonk niet alleen uit de kelen van werknemers, ook werkgeversorganisaties zaten niet te wachten op schijnconstructies en concurrentievervalsing op arbeidsvoorwaarden. Iedereen was ervan overtuigd dat er iets moest gebeuren. Er vond overleg plaats tussen werkgevers, werknemers en de overheid. Met als resultaat dat de sector beroepsgoederenvervoer in 1977 werd verrijkt met een “Raad van Toezicht”, een door de sociale partners bestuurd orgaan met vergaande bevoegdheden om stukken en boekhouding op te vragen ten einde vast te stellen of een werkgever de cao wel of niet correct naleefde.
Acties en blokkades
De samenwerking in de Raad van Toezicht weerhield de werkgevers er niet van zich bikkelhard op te stellen tijdens achtereenvolgende cao-onderhandelingen. Nadat de onderhandelingen voor de cao van 1983 al een aanzienlijke inkomensdaling hadden opgeleverd, verliepen de volgende cao-onderhandelingen opnieuw uiterst moeizaam. De werkgevers wilden een aantal extra verslechteringen doorvoeren en eind 1985 sloeg de vlam in de pan. De Vervoersbond FNV riep op tot enkele korte stakingen. Ger Ros, op dat moment bestuurder bij de Vervoersbond, onderstreept in de documentaire gemaakt ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van Stichting VNB het belang van die mini-stakingen. ‘Wij wisten wel dat de acties geen weken zouden kunnen duren. Want zo gaat dat in het beroepsgoederenvervoer niet. Maar wij vonden wel dat we heel veel publiciteit konden halen, dat je de werkgeversorganisaties goed voor het blok kon zetten en dat er op dat moment mogelijkheden zouden ontstaan om er structureel iets aan te doen.’
Ook Sjaak van der Velden schrijft in “Het Groot Stakers Boek” (2019) over de stakingen. ‘Maar meer indruk maakten de blokkades bij 36 grensovergangen en op andere plaatsen. Volgens de politie waren er tussen de vier- en vijfduizend actievoerders.’ Ger Harmsen en Floor van Gelder in “Onderweg. Uit een eeuw actie- en organisatiegeschiedenis van de Vervoersbonden” (1986): ‘De verkeerschaos was enorm. Nog nooit had Nederland een zo omvangrijke verkeersstaking meegemaakt.’ De Utrechtse rechter mr. C. Baron van Harinxma thoe Slooten verbood verdere stakingen, maar hij gebood ook de cao-onderhandelingen te hervatten.
Raad van Toezicht
Tijdens die cao-onderhandelingen probeerden de werkgevers de Raad van Toezicht, die moest toezien op de naleving van de cao, verder uit te kleden. Volgens Paul Bosch, later als jurist betrokken bij de oprichting van VNB, had dat controleapparaat een tijd lang verrassend goed gefunctioneerd. Eveneens uit VNB’s jubileumfilm: ‘Misschien wel té goed, want er kwam in toenemende mate kritiek op van de kant van de werkgevers. Die vonden dat het uitmondde in een soort cao-politie, met heel veel boetes en bonnen voor cao-overtredingen. De werkgeversorganisaties hebben dat instituut begin jaren 90 opgeblazen. En je kunt zeggen dat in dat opblazen de oorsprong van Stichting VNB ligt.’
Toen de werkgevers in het beroepsgoederenvervoer het controleapparaat de nek omdraaiden, dachten de vakbonden, Vervoersbond FNV voorop, namelijk: “dan moeten we het maar zelf doen”. Ger Ros ging namens Vervoersbond FNV samen met het CNV de onderhandelingen met de werkgevers aan, Paul Bosch steunde hem juridisch in de rug. Inzet: opnieuw een gezamenlijk controleapparaat met verstrekkende volmachten om cao-naleving ook daadwerkelijk te kunnen controleren. Uitkomst: Stichting Vervoersbond (FNV) Naleving (Cao) Beroepsgoederenvervoer over de Weg. Kortweg: VNB. Van 27 september 1994.
Paul Bosch (rechts) samen met VNB-medewerker Denny Karakusevic
Omgekeerde bewijslast
Bij het opstellen van de samenwerkingsovereenkomst tussen vakbonden en werkgeversorganisaties over de nieuwe Stichting VNB was een opmerkelijke positie ingeruimd voor het principe “omgekeerde bewijslast”. In 1994 ingebracht door FNV en CNV, destijds met tegenzin geaccepteerd door de werkgevers, maakt het beginsel sindsdien deel uit van de sector-cao in het beroepsgoederenvervoer.
Wat houdt omgekeerde bewijslast in? Stichting VNB kan een onderzoek bij een bedrijf starten bijvoorbeeld naar aanleiding van een melding van een werknemer. De werkgever is gehouden op schriftelijk verzoek van de FNV aan te tonen dat de cao correct wordt nageleefd. De werkgever is hiertoe volgens de cao verplicht. Er geldt dus een omgekeerde bewijslast.