De loze leuzen van het duurzaamheidsbeleid

In de auto-industrie is sprake van een ware CSR economie waarin veel werknemers werkzaam zijn, veel geld omgaat en rapporten worden geschreven zonder dat chauffeurs en nette werkgevers daarvan profiteren.

De conclusies die zijn getrokken uit het veldonderzoek van FNV - Stichting VNB, hebben wij vergeleken met het duurzaamheidsbeleid (Corporate Social Responsibility, CSR) van de autofabrikanten. De feiten van de Europese wegen komen niet overeen met het geschetste beeld en de ambities ten aanzien van duurzaamheid van de auto-industrie zelf. De auto-industrie is aangeschreven en gewezen op de schokkende conclusies. In de brieven

is verwezen naar het eigen CSR beleid, de UN Guiding Principles on Business and Human Rights, de OECD Guidelines for Multinational Enterprises en de ILO Tripartite Declaration of Principles concerning Multinational Enterprises and Social Policy.

Ook volgens deze VN- en OECD-richtlijnen rust op de auto-industrie de verantwoordelijkheid als het gaat om werknemersrechten.

FNV - Stichting VNB stuurde brieven naar:

Volkswagen, BMW en Daimler in Duitsland, Jaguar Land Rover en CNH Industrial (eigenaar van Iveco en New Holland) in Engeland, DAF en Tesla in Nederland, Volvo en Scania in Zweden, Groupe PSA (eigenaar van Peugeot, Citroen, Opel en Vauxhall) in Frankrijk en PACCAR in Amerika.

Zonder enige uitzondering hebben al deze bedrijven CSR beleid of doen ze publieke statements over duurzaamheid en tegen moderne slavernij. Er worden plannen gemaakt, er worden afdelingen duurzaamheid opgericht en er wordt geld begroot om duurzaamheid te promoten. In het duurzaamheidsbeleid van een aantal fabrikanten is zelfs opgenomen dat hun beleid moet worden uitgevoerd, zelfs als dit verdergaat dan dat wat voortvloeit uit wet- en regelgeving.

Tot op heden hebben alle intenties en statements niet de vrachtautocabines van de chauffeurs bereikt. Ook transportbedrijven waarmee FNV - Stichting VNB vertrouwelijk sprak, verklaren dat CSR beleid in de praktijk niet de hoogste prioriteit heeft als het gaat om het verstrekken van opdrachten. Ze verklaren te worden weggeconcurreerd door bedrijven die regels en werknemersrechten aan hun laars lappen.